Werkleider Johannes weet dat Ella, die niet spreekt, agressief kan worden. Als Ella begint te brommen aan het einde van de koffiepauze denkt hij opeens: “Ella wil haar bakkerscollega’s weer aan het werk zetten.” Hij zet haar niet buiten de deur met haar storende gedrag, maar zegt tegen iedereen: “Ella vindt dat we weer aan het werk moeten.” Ella reageert enthousiast!
Johannes ontdekt dat Ella iets wil uitdrukken met haar zogenaamde agressieve gedrag. Voortaan probeert hij steeds opnieuw te raden en te verwoorden wat Ella wil zeggen. Jarenlang houdt hij dit vol. Uiteindelijk begint Ella te spreken en kan ze Johannes af en toe vervangen als leider van de bakkerij.
Ella vraagt eigenlijk: ‘Help me om bekwaam te worden in wat ik wil doen.’
Johannes ziet haar agressie als: ‘Ze wil iets zeggen, maar kan dat niet’.
Had hij gezegd: ‘Ella, het is hier te druk voor je. Ga even naar de hal, dan kun je rustig worden.’ dan zou hij haar inzet afwijzen. Ze zou in de gang staan niets te doen, met als gevolg een volgende keer eerder meer dan minder agressie.