Ons ideaal: Een duurzamere samenleving ontstaat niet alleen door
In de voorbeelden op de introductie-bladzijde komt naar voren dat initiatief, kwaliteit en unieke inbreng van de leerling, de verstandelijk gehandicapte, de schoonmaker, enz. gewekt en versterkt worden. Het is hun ‘menselijk kapitaal’ dat niet verspild wordt, maar juist bijdraagt aan een zinvol functionerend groter geheel. Bovendien groeit dit ‘kapitaal’ op het moment dat er een appèl aan gedaan wordt.
Op het moment dat de leerkracht, de begeleider, de directeur, enz. niet vanuit protocollen of andere voorstellingen reageert maar situationeel handelt, groeit ook hún ‘menselijk kapitaal’.
Situationeel handelen, oftewel intuïtief handelen, kan alleen wanneer op het moment van handelen er geen reeds eerder gevormde voorstellingen in de weg staan. Pas dan kun je bij de situatie en op dat moment aansluiten. Ervarend leren helpt de intuïtieve handelingsvaardigheid te versterken. Er wordt op een intuïtieve manier gereflecteerd op intuïtieve handelingen, Gelukte Onverwachte Handelingen (GOH’s). Op een intuïtieve manier worden handelingsscenario’s voorgedacht. En met inlevend waarnemen wordt de verbondenheid met de situatie opgezocht. Dit alles om mogelijkheden voor te denken en zo de bedding voor intuïtieve handelingen te verzorgen. Je beoefent een radicaal omdenken.
In het situationele handelen wordt er aangesloten bij wat er in een situatie door de ander, of het andere, gewild wordt. Deze handelingsimpuls wordt beschreven met twee werkwoorden. Werkwoorden zeggen iets over ‘Hoe’ iets gedaan wil worden.
Om de individuele inzet te versterken zijn er sociale omgangsvormen nodig die ruimte geven aan initiatief, aan diversiteit. Deze individuele inzet treedt vaak vanzelf al op waar mensen vanuit betrokkenheid en verantwoordelijkheid handelen. Een uitdaging is om deze vorm van handelen te delen met collega’s, vakbroeders en geïnteresseerden, zodat ook zij daarvan kunnen leren.
Ervarend leren is een continue onderzoeksproces, de eigen vaardigheid wordt telkens, kringsgewijs, verder uitgebreid. Het is een levenslang leren. Er wordt geleerd vanuit een deelnemers- en niet vanuit een toeschouwersbewustzijn.
Vanuit ervarend leren worden begrippen zelf actief gedacht. Zo wordt een praktijktheorie ontwikkeld. Elk vakgebied kan zo, vanuit de kern van de zaak, verder ontwikkeld worden.
Ervarend leren is leren van ervaringen én leren te ervaren.
Kenmerken van ervarend leren
Wat doet men tijdens ervarend leren. | Wat is men doorgaans geneigd te doen. | |
---|---|---|
Basis-houding | “Ja zeggen” tegen een gegeven situatie. | “Nee zeggen” tegen een verstoring. |
De moed hebben in te stappen en het niet weten te verdragen. | Uitvoeren van planning of methode. | |
Aansluiten en mee kijken naar wat voor de ander interessant is. | Afwijzen en terugvallen op wat is voorgenomen. | |
Deelnemersbewustzijn. | Toeschouwersbewustzijn. | |
Werken met visie | Inzetten van je visionaire vermogen. | Abstract, normatief eisen stellen. |
Concreet beschrijven van de toekomst, als in het hier en nu, klein, dichtbij. | Het hanteren van algemeen geformuleerde doelstellingen. | |
Neerzetten van een concrete en uitdagende omgeving. | Plannen van droge of contextloze oefeningen. | |
Technieken | In de reflectie zoeken naar enthousiasmerende momenten. | Kijken naar waar het mis ging. |
Zoeken naar de gelukte onverwachte handeling. | Kijken of de methode of het protocol goed gevolgd is. | |
Herhalen van het succesvolle om nieuwe ervaringen op te doen. | Herhalen van het succesvolle om één vorm in te slijpen. | |
Stellend onderzoeken. | Open of gesloten vragen stellen. | |
Situaties scheppen waarin aangesloten wordt bij wat er wordt gewild | ||
Negatieve oordelen omdenken. | Oplossingen voor problemen bedenken. | |
Inlevend waarnemen. | Ordening door indelingen, categorieën en modellen. | |
Werkbladen die ervaringen oproepen. | Enquêtes afnemen. |
Omgaan met kennisoverdracht
Ervarend vanuit betrokkenheid | Systematisch vanuit standaarden |
---|---|
Een demonstratie geven; voordoen. | Uitvoerig uitleggen. |
Kijken en werken. | Discussiëren. |
Kijken naar wat voor de ander interessant is. | De ander terugwerpen op zichzelf. |
Zelf het werkzame begrip denken. | Categoriseren met begrippen van buiten af. |
Kennis inbedden in een zinvolle, uitdagende en concrete context; dat roept meer kennis op. | Contextloos ‘overhoren’ van kennis; kans dat er minder geweten wordt. |
Uitnodigen tot het geven van meerdere voorbeelden van een principe. | Het geven van één manier (bijvoorbeeld bij rekenen / toneelspelen). |
Aanduiding of oriëntatiepunt neerzetten en uitnodigen zelf te verkennen. | Uitvoerig uitleggen. |
Voor uitvoerige beschrijvingen zie:
- Samenvattingen van het proefschrift van Albert de Vries (2004):
- Een artikel: Albert de Vries (2005): Ja-cultuur en het verzorgen van ervaringsleren.
- En de pagina publicaties.
Kenmerken van ervarend leren
Basis-houding |
---|
Wat doet men tijdens ervarend leren. |
“Ja zeggen” tegen een gegeven situatie. |
De moed hebben in te stappen en het niet weten te verdragen. |
Aansluiten en mee kijken naar wat voor de ander interessant is. |
Deelnemersbewustzijn. |
Wat is men doorgaans geneigd te doen. |
“Nee zeggen” tegen een verstoring. |
Uitvoeren van planning of methode. |
Afwijzen en terugvallen op wat is voorgenomen. |
Toeschouwersbewustzijn. |
Werken met visie |
---|
Wat doet men tijdens ervarend leren. |
Inzetten van je visionaire vermogen. |
Concreet beschrijven van de toekomst, als in het hier en nu, klein, dichtbij. |
Neerzetten van een concrete en uitdagende omgeving. |
Wat is men doorgaans geneigd te doen. |
Abstract, normatief eisen stellen. |
Het hanteren van algemeen geformuleerde doelstellingen. |
Plannen van droge of contextloze oefeningen. |
Technieken |
---|
Wat doet men tijdens ervarend leren. |
In de reflectie zoeken naar enthousiasmerende momenten. |
Zoeken naar de gelukte onverwachte handeling. |
Herhalen van het succesvolle om nieuwe ervaringen op te doen. |
Stellend onderzoeken. |
Situaties scheppen waarin aangesloten wordt bij wat er wordt gewild. |
Negatieve oordelen omdenken. |
Inlevend waarnemen. |
Werkbladen die ervaringen oproepen. |
Wat is men doorgaans geneigd te doen. |
Kijken naar waar het mis ging. |
Kijken of de methode of het protocol goed gevolgd is. |
Herhalen van het succesvolle om één vorm in te slijpen. |
Open of gesloten vragen stellen. |
Oplossingen voor problemen bedenken. |
Ordening door indelingen, categorieën en modellen. |
Enquêtes afnemen. |
Omgaan met kennisoverdracht
Ervarend vanuit betrokkenheid | Systematisch vanuit standaarden |
---|---|
Een demonstratie geven; voordoen. | Uitvoerig uitleggen. |
Kijken en werken. | Discussiëren. |
Kijken naar wat voor de ander interessant is. | De ander terugwerpen op zichzelf. |
Zelf het werkzame begrip denken. | Categoriseren met begrippen van buiten af. |
Kennis inbedden in een zinvolle, uitdagende en concrete context; dat roept meer kennis op. | Contextloos ‘overhoren’ van kennis; kans dat er minder geweten wordt. |
Uitnodigen tot het geven van meerdere voorbeelden van een principe. | Het geven van één manier (bijvoorbeeld bij rekenen / toneelspelen). |
Aanduiding of oriëntatiepunt neerzetten en uitnodigen zelf te verkennen. | Uitvoerig uitleggen. |
Voor uitvoerige beschrijvingen zie:
- Samenvattingen van het proefschrift van Albert de Vries (2004):
- Een artikel: Albert de Vries (2005): Ja-cultuur en het verzorgen van ervaringsleren.
- En de pagina publicaties.